De EU heeft uitdagende milieudoelstellingen vastgesteld, met als doel de uitstoot met 40% te verminderen tegen 2030, ten aanzien van het niveau van 1990. Aangezien de transportsector wereldwijd verantwoordelijk is voor 20% van de broeikasgassen, is het niet verwonderlijk dat transportbedrijven op zoek gaan naar manieren om duurzaam te werken. En sommigen wenden zich daarbij tot alternatieve brandstoffen.
Maar hoe geschikt zijn deze nieuwe brandstofsoorten voor de praktische behoeften van een transportbedrijf?
Deze blog gaat in op enkele van de meest populaire soorten alternatieve brandstoffen: de voor- en nadelen, de uitdagingen van een bredere acceptatie en hoe deze geschikt zouden kunnen zijn voor een vrachtwagenpark als die van u.
Diesel: een onverslaanbare kampioen?
U hoeft ons niet te vertellen dat diesel veruit de populairste brandstof is voor vrachtwagenparken en het is niet moeilijk te begrijpen waarom. Het is krachtig, overal verkrijgbaar, relatief betaalbaar en biedt een geweldig rijbereik. Maar dat maakt het niet perfect.
De kosten van diesel zijn niet altijd gelijk omdat ze worden beïnvloed door veranderingen in de prijs van ruwe olie. 75% van de transport-CEO’s noemt schommelingen in de olieprijs als een van hun belangrijkste operationele problemen en velen zijn op zoek naar alternatieven.
Wat zijn de andere opties? Er zijn nogal wat potentiële alternatieve brandstoffen voor transport. Laten we drie van de meest aantrekkelijke bekijken.
Vloeibaar aardgas (LNG)
Van alle op aardgas gebaseerde alternatieve brandstoffen voor transport is LNG het meest geschikt. Aardgas opgeslagen in vloeibare vorm biedt een rijbereik van ongeveer 1.000 km en heeft 10% – 20% minder uitstoot dan diesel.
Er zijn mensen die verwachten dat het in de nabije toekomst een brede acceptatie zal krijgen. NVGA Europe voorspelt dat LNG-vrachtwagens tegen 2030 een marktaandeel van ongeveer 25% zullen hebben.
Dat zal echter aanzienlijke infrastructurele veranderingen vergen om te realiseren. Hoewel het aantal LNG-tankstations groeit in Europa, is het nog lang niet genoeg om het transportnetwerk van het continent te ondersteunen.
Hoewel gas misschien goedkoper is dan olie, is de productie van LNG ook duur. Vanuit de transport eigenaren is daarbij een investering nodig omdat vrachtwagens extra tanks nodig hebben om op LNG te kunnen rijden.
Er zijn echter enkele succesvolle gebruikssituaties geweest. In 2015 kondigde de Parijse winkelketen Castorama aan dat het zijn logistiek opnieuw zou ontwerpen door de dieselvrachtwagens die zij gebruikte voor voorraad levering aan winkels, te vervangen door LNG vrachtwagens.
Niet alleen was het plan succesvol. Het bedrijf slaagde erin om het aantal vrachtwagens dat het nodig had te verminderen van zeven naar zes in het proces.
Waterstofbehandelde plantaardige olie (HVO)
Hoewel er een aantal biobrandstoffen op de markt is, waarvan vele niet geschikt zijn voor de praktische eisen van langdurig transport, heeft HVO een duidelijk argument om door de industrie te worden overgenomen. Geproduceerd door het mengen van waterstof en plantaardige oliën (in plaats van menthol en plantaardige oliën zoals biodiesel), is het een zeer schone brandstof.
Het heeft ook een langere levensduur in de tank dan biodiesel, omdat alle zuurstof uit de oliën wordt verwijderd tijdens het productieproces waardoor het risico op oxidatie enorm wordt verlaagd.
Qua prestaties is het bijna een match met diesel en het kan in een normale dieselmotor worden gebruikt, bij elke temperatuur.
Toch komt HVO ook met zijn nadelen. Hoewel het in sommige landen populair is (er werd bijvoorbeeld in 2020 ongeveer 7 miljoen ton geproduceerd in Scandinavië), is het wereldwijd niet overal verkrijgbaar. Dit draagt bij aan de kosten. Op dit moment zullen de meeste transportbedrijven in de meeste delen van de wereld een aanzienlijk hogere prijs moeten betalen voor HVO dan diesel.
Waterstofbrandstof
Een modern elektrisch voertuig op batterijen (BEV) biedt meestal een bereik van ongeveer 300 km, waardoor het ongeschikt is voor lang transport. Maar dat betekent niet dat elektrische opties geen levensvatbare alternatieve brandstoffen voor transport zijn.
Waterstofbrandstof cellen creëren elektriciteit door waterstof met zuurstof te combineren. Wanneer het als brandstof wordt gebruikt, brandt het volledig schoon, zonder emissies maar water. Cruciaal is dat het een veel beter rijbereik biedt dan een BEV. De Hydrogen Council voorspelt zelfs dat tegen 2050, 15 tot 20 miljoen vrachtwagens op waterstof zullen rijden.
Toch zou waterstof een dure manier kunnen zijn om een vloot van brandstof te voorzien – volgens sommige schattingen drie tot vier keer de prijs van diesel. Aangezien 95% van de waterstof in de wereld wordt geproduceerd met behulp van fossiele bronnen, gaat het ook gepaard met duurzaamheidsproblemen.
Daarnaast is er nog het gebrek aan infrastructuur. Om waterstofbrandstof te gebruiken zijn waterstofbrandstofstations vereist. Momenteel is het aantal van deze stations in heel Europa relatief laag. Er worden echter meer waterstoflocaties ontwikkeld in Duitsland, het VK en Nederland.
Alhoewel waterstofbrandstofcellen een zeer aantrekkelijk pakket vormen als alternatieve brandstoffen voor transport, moeten er belangrijke ontwikkelingen worden gemaakt voordat het betaalbaar en praktisch genoeg is voor brede acceptatie.
Maakt u zich zorgen over problemen met brandstof voor uw transportbedrijf? Wilt u met een van onze experts in brandstofefficiëntie praten? Dan horen we graag van u! Neem hier contact op.
